Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [deze] waren Maria Magdalena, en [10]Johanna, en Maria, [11][de moeder] van Jakobus, en de andere met haar, die dit tot de apostelen zeiden. 10. Zie van deze Johanna hfdst.8 vs.3. 11. Namelijk van den kleinen. Zie Mark.15:40.